Vanmorgen hebben we een bezoek gebracht aan de psychiatrische kliniek hier in Tiraspol.
Er zijn nu in totaal 360 patiënten terwijl er eigenlijk maar 350 plaatsen zijn.
De kamers worden meestal door 3 patiënten gedeeld en soms door 4.
Er zijn daar mensen met psychische problemen,  maar ook met het down-syndroom.
In en rond de kliniek is het brandschoon.
De patiënten,  ik zal ze liever cliënten noemen, waren buiten bezig de paden te vegen en in de tuin onkruid wieden en bloemen zaaien.
Binnen mochten we de naaikamer bezoeken. Hier worden door de cliënten o.a lakens en kussenslopen genaaid, maar ook bijvoorbeeld korte zomerbroeken voor de wat dikkere cliënten. Een cliënt demonstreerde de lockmachine. De psychiater vertelde ons dat hij aan de universiteit wiskunde had gestudeerd. Wat er toen is misgegaan is niet helemaal duidelijk.
‘S-middags zijn we naar het internaat in Bender gegaan. Deze stad hoort bij Transnistrië,  maar ligt eigenlijk in Moldavië.  Het onderwijs wordt in het Roemeens gegeven, de taal in Moldavië,  maar de kinderen leren er ook Russisch,  wat de taal is die in Transnistrië wordt gesproken.  Het is een ingewikkelde situatie. Er zitten nog maar 16 kinderen in het internaat: 3 meisjes en 13 jongens. Zij hebben óf geen ouders, of maar één ouder, vaak in het buitenland,  of ouders die door omstandigheden niet in staat zijn hun kinderen op te voeden. Maar er komen ook ca. 180 kinderen uit de omgeving daar naar school.
Vorig jaar hebben ze met het door ons beschikbaar gestelde geld de doucheruimte gerenoveerd, en schommelbanken geplaatst voor de kinderen.
Nu willen ze met de kinderen van het internaat diverse excursies gaan maken, waarvoor een bijdrage welkom zou zijn. Ook willen ze nog prieeltjes maken bij de schommels waar de kinderen kunnen ontspannen.
We bekijken nog of we hier wat aan gaan bijdragen. Dat hangt af van de noden in de dorpen, waar we morgen naartoe gaan.